God beschermt

Psalm 91

‘Gods bescherming in gevaren’ staat er boven psalm 91 in de Herziene Statenvertaling. Dat is enorm troost- en rustgevend, maar tegelijk roept dat ook heel veel vragen op. En kan het opstandig en boos maken.

Waar is God als het lijden toeslaat, als gelovige mensen mishandeld, vermoord, beledigd of verkracht worden? Had God geen engelen kunnen sturen ter bescherming om monden te snoeren en om mensen tegen te houden? Had hij geen bacillen kunnen doden, kanker vernietigen, auto’s tegen kunnen houden of wapens onklaar kunnen maken?

God kan dat. Hij kan alles. Hij kan zelfs de zon stil laten staan. Maar waarom beschermt Hij dan niet als Hij de grote beschermer is in gevaren?

Ik weet het niet. God heeft een plan met deze wereld. En God is wie Hij is. Hij overziet alles, Hij kent iedereen, maar Hij neemt niet de verantwoordelijkheid voor daden van mensen. In Genesis heeft hij de heerschappij over de schepping bij de mensen gelegd, en dat neemt Hij niet terug.

God kan gewoon niet altijd ons lichaam beschermen omdat Hij niet onze verantwoordelijkheid overneemt. Wat Hij wel kan, wil en doet is ons hart en onze gedachten beschermen. In Christus is ons hart en ons denken beschermd. Filippenzen 4.

In Zacharia 2:4 staat dat God als een muur van vuur om ons hart wil zijn en dat Hij daarbinnen wil wonen.

Ik heb het in mijn directe familie meegemaakt dat iemand om het leven werd gebracht. Iemand die als zendeling in het buitenland was. ‘Had God die persoon niet kunnen beschermen?’ Werd mij nog al eens gevraagd. Ja, ik denk het wel. Maar het was een actie van mensen, die uit waren op wraak. Wat ik wel weet is dat God heel, heel dichtbij was en als een muur van liefdesvuur om het hart van die zendeling was. Daar was Hij met Zijn bescherming. Zoals Hij dat ook bij Stefanus was.

De vraag is of jij bescherming van je hart en denken nodig hebt of heb je God (alleen maar) nodig als bodyguard? De Bijbel zegt dat je hart de bron is van je leven en ook dat je verandering van je denken nodig hebt. God beschermt je wezen, je identiteit, altijd, vandaar uit leef je. God is altijd bij je én Hij doet wonderen, nog steeds maar niet altijd.

‘Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta’