Dagelijkse overdenking; Week 84, woensdag
Romeinen 1:19,20 (NBV)
‘Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen.’
Jesaja 55:6
‘Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is.’
Spreuken 8:17
‘Ik heb lief wie Mij liefhebben, en wie Mij ernstig zoeken, zullen Mij vinden’ (SV: wie Mij vroeg zoeken).
Mattheus 6:31-34
‘Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt. Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.’
Mattheus 7:7-12
‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden.’
ZOEK VOL IJVER
Vol ijver zoeken komt uit de tekst in Spreuken 8:17. Er staat in de HSV: ‘wie Mij ernstig zoeken’ en in de Staten Vertaling: ‘wie Mij vroeg zoeken.’ Het is eigenlijk alle twee hetzelfde waarbij het ‘vroeg zoeken’ alles te maken heeft met het in alle vroegte (van de dag) zoeken. En dat heeft weer te maken met de grondtekst die verband houdt met de vlijt/de energie van de morgen.
Ik heb die wijsheid niet van mijzelf, maar van Refweb. Ds. L.B.C. Boot legt daar het een en ander uit over Spreuken 8:17:
Spreuken 8:17. Dit is inderdaad een (over)bekende tekst in de Statenvertaling: “Ik heb lief die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden.” Een tekst waarin een prachtige belofte ligt opgesloten. Ik herken dat die veel gebruikt wordt om juist jonge mensen aan te sporen om de Heere te dienen in hun leven. Waarom dan “ernstig” in plaats van het bekendere “vroeg”? De herzieners hebben van dezelfde grondtekst gebruik gemaakt als de Statenvertalers. Daar ligt het niet aan. In het Hebreeuws luidt het werkwoord dat hier gebruikt wordt: sjahar. De Statenvertalers hebben dat verbonden met een zelfstandig naamwoord dat bijna gelijkluidend was. Dat woord kom je bijvoorbeeld tegen in Genesis 19:15, waar het vertaald wordt met “dageraad”. De woordenboeken in de 17e eeuw veronderstelden dat er een verband moest zijn tussen beide woorden en zo kom je op het werkwoord: vroeg zoeken = in de dageraad zoeken. Vandaar dat ook de King James-vertaling dat heeft. Tegenwoordig is men in de woordenboeken iets minder stellig in het aanwijzen van dit soort verbanden en worden beide Hebreeuwse woorden meer van elkaar onderscheiden.
Opvallend detail is dat onze Statenvertalers in de kanttekening bij Spreuken 8:17 onder andere verwijzen naar de kanttekening bij Job 7:21. In de kanttekening bij Job 7:21 is het volgende te lezen: “Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk in den morgenstond zoeken; maar omdat de dingen die in den morgenstond gedaan worden, met grotere vlijt worden uitgericht, zo wordt het voor alle naarstige onderzoeking genomen. Zie Job 8:5, Ps. 63:2, Spr. 7:15.” Met name de conclusie “zo wordt het voor alle naarstige onderzoeking genomen” laat zien waar de Statenvertalers zelf aan dachten en laat zien dat de herzieners helemaal in dit spoor zitten.
Het is dus goed om God vroeg te zoeken. In alle vroegte van de dag, waarop je energie nog voorradig is. Waarom? Omdat God zich blijkbaar dan het gemakkelijkste laat vinden. Niet omdat Hij zich alleen maar in de ochtend laat vinden. Maar omdat ons hoofd dan nog niet ‘is bezet’ door alle besognes van de dag.
We hebben de stilte nodig om Gods stem te leren verstaan. Want God fluistert. Maar we hebben ook de stilte nodig om in verwondering te kunnen komen van de ontzagwekkende grootheid en schoonheid van God.
Zo af en toe val ik in om de ochtendkrant te lopen. Dan loop ik door ons dorp om 05.30 uur ’s morgens en ik geniet! Met name in het voorjaar en de zomer. Het is dan al heel vroeg licht en de vogels zingen prachtig. Ik zie de zon opkomen boven de polder, de schapen liggen nog in alle rust in het gras en ik loop daar in alle stilte. Iedereen slaapt nog, maar ik loop daar met God en ik voel mij de koning te rijk. Dan kan echt mijn hart juichen van bewondering en aanbidding.
Er is een tijd geweest dat ik ’s morgens niet veel meer kon bidden dan alleen vers 8 van psalm 143: ‘Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen, want ik vertrouw op U; maak mij de weg bekend die ik te gaan heb, want tot U hef ik mijn ziel op.’
Meer wist ik niet te uit te spreken. Maar het was een tijdlang genoeg. Ik sprak daarmee mijn ziel aan om te blijven zien naar God en gaf daarmee God de ruimte om te doen wat nodig was in mij voor de nieuwe dag. Ik gaf God ook mijn hart, mijn oor en ogen: ‘spreek maar God, laat Mij Uw goedheid zien,’ en tegelijk sprak ik mijzelf aan om op zoek te gaan naar de goedheid van God. Om het te zoeken in de mensen om mij heen. In de natuur, in Zijn woord en om Zijn liefde aan te nemen. Omdat ik vastbesloten was te leven vanuit de goedheid en de vreugde van God en dat zo weer uit te kunnen delen.
In mijzelf kon ik die vreugde niet vinden en leven kostte het mij enorm veel energie. Maar de vreugde en de goedheid die ik nodig had waren en zijn er in overvloed in de vreugde van God.
Zoek God terwijl Hij zich laat vinden. Vind in de stilte van de morgen God en Zijn vreugde over jou. Je dag zal zeker anders zijn!
Opwekking 654 ‘De vreugde van U, is mijn kracht’