Week 60, vrijdag
Genesis 3:13,14 (HSV)
‘En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen?
14 En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden’.
Psalm 103:1-17 (NBV)
‘Van David. Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. 2 Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden. Hij vergeeft u alle schuld, hij geneest al uw kwalen, 4 hij redt uw leven van het graf, hij kroont u met trouw en liefde, 5 hij overlaadt u met schoonheid en geluk, uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar. 6 De HEER doet wat rechtvaardig is, hij verschaft recht aan de verdrukten.
7 Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend, aan het volk van Israël zijn grootse daden. 8 Liefdevol en genadig is de HEER, hij blijft geduldig en groot is zijn trouw. 9 Niet eindeloos blijft hij twisten, niet eeuwig duurt zijn toorn. Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld. 11 Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie hem vrezen. 12 Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd. 13 Zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de HEER voor wie hem vrezen.
14 Want hij weet waarvan wij gemaakt zijn, hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd. 15 De mens – zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld 16 en verdwijnt zodra de wind hem verzengt;
de plek waar hij stond, kent hem niet meer. 17 Maar de HEER is trouw aan wie hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid’.
Psalm 46:2,8,11 (NBV)
‘God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood. De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. Sela Staak de strijd, en erken dat ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde.’
Kun jij loslaten?
‘Loslaten’ is een woord, een uitdrukking, dat veel gebruikt wordt. Maar wat wordt er nu eigenlijk mee bedoeld? Net als iets ‘een plaatsje geven’. Ook zo’n uitdrukking die we regelmatig horen en vaak in situaties waarin iets pijnlijks, zoals een overlijden, heeft plaatsgevonden.
En datzelfde geldt voor loslaten. We moeten dus blijkbaar iets doen met moeiten, met moeilijke situaties, met moeilijke gebeurtenissen.
Wat is dan loslaten en hoe laat je los?
Ik denk dat loslaten wil zeggen: iets uit handen geven in het vertrouwen dat het goed komt, dat een ander er voor zorgt. Eigenlijk dus de verantwoordelijkheid overdragen.
Zolang het goed gaat, zolang er geen gekke dingen gebeuren denken we niet zo vaak aan loslaten. Nee, uiteraard, want waarschijnlijk heb je goede grip op de zaken. Je hebt – op wat voor manier dan ook – de controle en die werkt iets goeds uit.
Totdat er iets gebeurt waarover je geen controle meer hebt. Ik noemde al een overlijden, maar het kan ook een ontslag zijn, een ongeneeslijke ziekte, het verbreken van een relatie, de levens van kinderen of geliefden, of vul maar in wat jou overkomt en waarover je geen controle hebt of kunt hebben.
En wat doe je dan? Blijf je er over tobben? Blijf je bidden? – altijd goed natuurlijk, maar wat en hoe bid je dan? Blijf je zoeken naar oplossingen – ook goed, maar soms zijn er geen oplossingen. Waar richt je je dan op zodat je kunt loslaten? Hoe geef je iets uit handen in de wetenschap dat het goed komt, of er voor gezorgd wordt, hoe draag je de verantwoordelijkheid over als je zelf niet meer kunt?
Psalm 46 zegt er iets over: ‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde’.
Leren loslaten begint met de erkenning dat jij er niets meer mee kunt, of aan kunt veranderen, maar er een God is die almachtig is. Die de schepper is van hemel en aarde, die jouw schepper is en de schepper van een ieder je liefhebt! Hij laat nooit los en gaat door waarmee Hij is begonnen. In veel kerken wordt het aan het begin als een belijdenis uitgesproken: ‘Onze hulp en onze verwachting is in den naam des HEEREN, die hemel en aarde gemaakt heeft. Die trouw houdt tot in eeuwigheid en niet laat varen de werken van Zijn handen’. Deze woorden zijn gebaseerd op psalm 124:8 en 138:8.
Leren loslaten is het leven van een ander, jouw leven leggen in de handen van God in de wetenschap en de overtuiging dat Hij er voor zorgt. Wij zijn niet almachtig, Hij wel. Zijn ogen gaan over de aarde en rust op Zijn kinderen.
In het laatste Bijbelboek, Openbaring, benadrukt God dat Hij en Zijn Zoon aan het begin van alles staan en aan het einde: ‘Openbaring1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Heer, God, Hij die is en die was en die komt, de Almachtige.
Openbaring 21:6 En Hij zei tot mij: Zij zijn gebeurd! Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal hem die dorst heeft, geven uit de bron van het water van het leven om niet. En Openbaring 22:13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste’.
Stop met je zorgen te maken en geef het, hem of haar over in de handen van God. Hij zorgt, daar waar wij niet meer kunnen zorgen. Hij overziet wat wij niet meer overzien. En wat wij kunnen blijven doen is danken, zegenen en bemoedigen.
Blijf God danken en Hem eren voor het feit dat Hij nooit loslaat. Zegen de diegene waar je je zorgen om maakt. Blijf bemoedigen met liefde en trouw en houd voortdurend je focus gericht op God. Blijf afgestemd op Hem zodat je hoort wanneer Hij je iets toefluistert, wanneer Hij jouzelf bemoedigt om vol te houden.
Door niet los te laten, blijft het jou ook vasthouden en kom je niet verder. Ook dat zegt de Bijbel: ‘laat los en u zult losgelaten worden’. Lukas 6:37b
Juist door los te laten krijgen we ruimte. Ruimte soms voor inzicht of een oplossing. Maar we geven vooral God de ruimte, zodat Hij kan doen wat wij niet kunnen doen.
Loslaten is de verantwoordelijkheid – die wij soms niet meer kunnen dragen – geven aan Hem die alles in handen houdt. Daarmee hebben wij weer lege en vrije handen om verder te gaan in vrijheid en vreugde.
Herman Boon ‘‘K leg mijn leven in Uw handen Heer’