Onlangs kreeg ik een boekje in handen dat geschreven is door Warren Wiersbe. Hij behandelt in dit boekje de brief aan de Filippenzen. Het boekje is geschreven naar aanleiding van lezingen die hij hierover hield in 1961. Het thema van dit boek is het thema van de brief: vreugde! In de inleiding schrijft Warren; ‘Als de waarheden die in Filippenzen staan echt tot u doordringen, zou uw leven als christen vol vreugde moeten zijn’!
In gesprekken die ik met mensen voer, ervaar ik dat regelmatig wordt gesproken over het roven van de/onze blijdschap die we mogen hebben in Christus. In de brief aan de Filippenzen is duidelijk te lezen dat we ons altijd moeten verheugen, dat we blij kunnen en moeten zijn. Het lijkt zo gemakkelijk gezegd, maar in de praktijk is het moeilijk om je vreugde en blijdschap niet te laten roven. Het bijzondere van deze bemoedigende brief aan de Filippenzen is dat hij geschreven is door een gevangene. Paulus schreef deze brief toen hij rond het jaar 62 na Christus in Rome gevangen zat. Paulus was beroofd van zijn lichamelijke vrijheid maar niet van zijn geestelijke vrijheid, zijn blijdschap en zijn identiteit. Tijdens zijn gevangenschap kon hij schrijven over blijdschap; zijn hart liep er van over. In de brief aan de Filippenzen deelt Paulus zijn geheim van de christelijke vreugde. Het ‘geheim’ lijkt te vinden in woorden die vaak worden herhaald in de brief: gezindheid, denken of verstand. (Paulus gebruikt die woorden wel 15 keer). Het geheim van de christelijke vreugde vinden we in de manier waarop we als gelovige denken – wat ons uitgangspunt is.
Als we kijken naar onszelf kunnen we ons vaak door van alles gevangen voelen. Daardoor ervaren we geen vreugde. 4 vreugderovers zijn: omstandigheden, mensen, dingen en zorgen. Zorg is de grootste dief van allemaal. Zorgen hebben invloed op onze lichamelijke en emotionele conditie, zorgen kunnen ons ziek maken. We zijn over het algemeen niet in staat, of niet altijd, om onze omstandigheden, te veranderen. Mensen veranderen lukt al helemaal niet. Dingen willen bezitten maakt ons een slaaf en zorgen maken ons ziek. Je zou er hopeloos en depressief van worden. Paulus had alle reden om zich zorgen te maken, maar dat deed hij niet. Waarom niet? Omdat hij de juiste gezindheid had. In Filippenzen 1 bespreekt Paulus zijn moeilijke omstandigheden en ziet ze eerlijk onder ogen. De omstandigheden kunnen hem niet van zijn blijdschap beroven, omdat hij niet leeft om van de omstandigheden te genieten, of zich te laten leiden door de omstandigheden; hij leeft om Jezus Christus te dienen. Hij is een man met een doelstelling: ‘maar één ding doe ik’ (Fil. 1:13). Hij kijkt niet naar de omstandigheden op zichzelf, maar in relatie tot Jezus Christus. Voor Paulus had Christus in elke situatie, omstandigheid of met wie hij ook in gesprek was de eerste plaats. Dat gaf hem rust en blijdschap en maakte dat hij niet afhankelijk was van omstandigheden, mensen, dingen of zorgen. Ten diepste was hij een ‘gevangene van Christus’ (Ef. 1:3).
Om onze vreugde niet te laten roven is het van belang dat we weten wat onze gezindheid is; hoe we denken. Laten we ons denken sturen en beheersen door omstandigheden, mensen, dingen of zorgen? Of door de waarheid dat God onze vreugde is. En dit onderstreep ik! Het gaat er niet om wat God geeft of kan geven, of niet geeft. God wil zelf onze vreugde zijn. Waarom? Omdat God zelf onze bestemming en onze vreugde is. Onze bestemming ligt niet in mensen, in posities of in dingen. Hoe goed die verlangens ook kunnen zijn. Ons doel, onze bestemming ligt in God. In God zelf vinden we alles wat we nodig hebben.- Of dat nu vrede, vreugde, rust, genezing, bevestiging, overvloed, doel of verlangens zijn. – Onze werkelijke vreugde vinden we alleen in Hem. Hoe meer we dat beseffen en daarnaar leven, hoe groter onze vreugde zal worden, een vreugde die niet geroofd kan worden!
Doorpraten:
Neem contact op met Elisabeth van Zijl, coach en inspirator van Atelier Alter Ego