Verzoening

Wanneer er in je omgeving, in je gezin of familie iemand ernstig ziek wordt en naar de mens gesproken niet meer beter wordt, kan de twijfel toeslaan. Waar blijft God met Zijn genezing? Hij is toch de Grote Geneesheer? Of wanneer innige diepe verlangens niet vervuld worden, waar is dan de God van psalm 37, waar staat dat Hij zal geven wat je hart verlangt? Ik maak het momenteel mee. Een vriendin/zus uit mijn gemeente is ernstig ziek en zal op 38 jarige leeftijd overlijden. Haar man blijft met twee jonge kinderen achter. Hoe zij met haar ziekte en God daarin omgaat is indrukwekkend.

Het feit dat er zo innig werd/wordt gebeden, zo op God als de God van genezing wordt vertrouwd en genezing toch uitblijft heeft mij aan het denken gezet. Ik ben de Bijbel in gedoken om op onderzoek uit te gaan. Ik wilde antwoorden. Ik wilde weten hoe ik hiermee moest omgaan. Ik wilde God recht doen, maar ook mijn vertrouwen, ook als niet gebeurt waarvoor we bidden en wat we verwachten.

Ik begon bij het begin, Genesis 1,2 en 3. Ik lees daar heel duidelijk dat Adam en Eva voor het aangezicht van God wandelde en dat God hen vergezelde, dat dat het verlangen van God was. Er was niets dat tussen hen in stond. Zij leefden in heelheid, in volkomen verzoening met elkaar. Ver-zoen-ing. Kijk eens goed naar dat woord, daar spreekt intimiteit, innigheid uit. God wilde leven in intimiteit met Adam en Eva. En dat gebeurde ook. Totdat…………….totdat satan Adam en Eva verleidde en er een breuk ontstond. Het was niet langer mogelijk voor Adam en Eva om in de directe aanwezigheid van God, in intimiteit met Hem te zijn. Om met Hem te wandelen van aangezicht tot aangezicht. Er kwam angst en verwijdering. De zonde – onverzoening met God – deed zijn intrede en het gevolg daarvan was de gebrokenheid die wij heden ten dage nog ervaren.

Het plan van God was dat wij – eeuwig – zouden wandelen in intimiteit en leven met en voor Hem. En dat plan is niet veranderd. Maar om dat mogelijk te maken was er verzoening nodig. En zo kwam ik bij 1 Johannes 4:10 waar staat: ‘Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.’

Wat bracht mij dit? Het bracht mij het inzicht dat het Gods eerste verlangen is dat ik voor Zijn aangezicht wandel en bij Hem ben, intiem ben, zodat Hij mij kan liefhebben. God……wil………mij……..liefhebben. God wil al Zijn kinderen liefhebben en hen met Zich verzoenen. Hielp mij deze kennis bij het accepteren van het feit dat er geen genezing soms is en dat verlangens soms niet vervuld worden? Ja, eigenlijk wel. Hoe dan? Omdat ik mij realiseerde dat God naar mij verlangt en in dat verlangen mij vraagt Hem mijn leven te geven in de wetenschap dat Hij alles in handen heeft en houdt. Hij heeft het overzicht. Hij kent Zijn grote plan en hoe daar ziekte, dood en onvervulde verlangens in passen. Ik hoef niet te accepteren dat er ziekte en dood is, omdat dat nooit Gods bedoeling was geweest. En daarom mag ik blijven bidden en smeken tot de God van genezing en van leven. En tegelijk mag ik rusten in Zijn liefde, trouw en almacht.

Door het werk van Jezus is er ver-zoen-ing. En daardoor kan God met mij, met mijn zussen en broers in het geloof Zijn weg gaan, en is dat een goede weg. Want Hij is een goede Vader die Mij innig liefheeft. Dat zijn geen pasklare antwoorden, maar er klinkt wel vrede doorheen. De Vrede van God, en Hij is ‘perfect in all of His ways.’

Chris Tomlin, ‘Good, good father.’