Strijdbaar

Week 80, vrijdag

Jesaja 6:8
‘Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij’.

Zacharia 4:61
‘Hij antwoordde mij: Dit is het woord des Heren tot Zurubbabel: niet door kracht nog geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen’.

Johannes 16:33
‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen’.

2 Kronieken 20:14-18
15 en hij zeide: Luistert, geheel Juda en inwoners van Jeruzalem en koning Josafat! Zo zegt de Here tot u: weest niet bevreesd en wordt niet verschrikt voor deze grote menigte, want het is geen strijd van u, maar van God. 17 Niet gij zult hierbij behoeven te strijden: stelt u op, blijft staan, dan zult gij zien, dat de Here u de overwinning geeft. Juda en Jeruzalem, weest niet bevreesd en wordt niet verschrikt; morgen moet gij tegen hen uittrekken, de Here is met u. 18 Toen boog Josafat zich neer met het aangezicht ter aarde, en geheel Juda en de inwoners van Jeruzalem wierpen zich neer voor het aangezicht des Heren, om de Here te aanbidden

1 Johannes 4:3,4
3 en iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld. 4 Gíj zijt uit God, kinderkens, en gij hebt hen overwonnen; want Hij, die in u is, is meerder dan die in de wereld is

HOE HOUD JIJ MOED?

Met de vraag hoe jij moed houdt ga ik er vanuit dat je moed hebt. Moed is wat mij betreft het tegenovergestelde van slachtoffergedrag. En het is heel kort door de bocht, maar misschien zijn er maar twee types van houding: slachtoffergedrag of moedig gedrag.

Eerst maar eens kijken naar wat moed is. Ik vond op Wikepedia het volgende:

Moed is de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Het is een van de vier kardinale deugden, een psychologisch kenmerk en een karaktertrek. Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen lichamelijke moed en morele moed. De bereidheid tot levensbedreigende actie wordt ook wel doodsverachting genoemd.

Deugd Moed is het tegendeel van lafheid, maar ook van luiheid of zwakheid. Aan het andere uiterste van moed ligt roekeloosheid, stoutmoedigheid zonder bezonnenheid, zonder rekening te houden met het lot of het toeval, zonder nederigheid tegenover zichzelf en barmhartigheid tegenover anderen. Moed als deugd veronderstelt een vorm van belangeloosheid, altruïsme of edelmoedigheid. Moed is een deugd wanneer hij in dienst staat van een persoon of van een algemene of edelmoedige zaak. Moed is onder anderen ook een actie tegen ‘Zinloos geweld’ Moed is nodig waar kennis, wijsheid en geloof ontoereikend zijn geworden. Het is de kennis van de dingen die te vrezen zijn, voorbij de kennis, en van de dingen die het niet zijn (zie o.a. Plato). Moed heeft betrekking op de angst en dreiging in de toekomst, maar bestaat vooral in het heden, het meest nabije raakpunt met de naaste toekomst, stante pede. De wil om in de toekomst moedig te zijn of in het verleden moedig te zijn geweest is veeleer denkbeeldig en laf.
Moed is individueel en persoonlijk. Het is geen geweten maar een besluit, geen mening maar een daad. Moed wordt soms een zaak van wils- of geestkracht genoemd, streven blij te zijn en wel te doen tegenover de hindernissen, die talloos zijn (zie o.a. Spinoza).
Wie vecht met de moed der wanhoop, doet dat uit woede of haat, omdat het moet, omdat het tegenovergestelde lafheid zou zijn, omwille van de schoonheid en het ethische. Over het algemeen kan men stellen: ‘Moed doet goed’.’

Wat mij betreft een heldere uitleg. Moed is een besluit, een keuze. Een keuze die je met je wil maakt. Maar dan volgt natuurlijk het probleem. Want je moet de moed er in houden. Een besluit is gemakkelijk genomen. Paulus zei al dat de geest gewillig is, maar het vlees zwak. Uit onszelf vervallen we snel in gedrag dat niet van moed getuigt, dat ingaat tegen een belangrijk wilsbesluit.

En daar heeft God gelukkig iets aan gedaan. Hij heeft ons Zijn geest gegeven om vol te houden. Hij heeft ons de moed en de daadkracht van Jezus gegeven. 2 Timotheus 1:7 zegt het zo: ‘Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht en liefde en bezonnenheid.’

Wanneer je de moed wilt krijgen en houden om de goede strijd te strijden dan moet je aanspraak doen op de geest van Jezus in jou. Want – wanneer jij je een kind van God weet – dan heb je die geest in je, die moed heb je, die kracht heb je in je. Niet uit jezelf maar van God.

Dus hoe moedeloos, angstig en beroerd jij je ook voelt, je mag weten dat je een geest van kracht in jou hebt. Je moet Hem alleen wel de ruimte geven.

In de strijd van Koning Josafat tegen de vijand zoals beschreven in 2 Kronieken 20 lezen we hoe God samenwerkt met ons. Hij strijdt, maar Josafat moest zich opstellen: ‘Zo zegt de Here tot u: weest niet bevreesd en wordt niet verschrikt voor deze grote menigte, want het is geen strijd van u, maar van God. 17 Niet gij zult hierbij behoeven te strijden: stelt u op, blijft staan, dan zult gij zien, dat de Here u de overwinning geeft.’

Koning Josafat stelde zich op, hij boog zich in aanbidding neer voor God en God gaf hem en zijn leger de overwinning. God is vóór jou, ook al weet je niet hoe Hij dat vorm geeft, maar hij is nooit tegen jou. Alles wat Hij doet past in een plan, Zijn plan, en is gericht op samenwerking met jou.

We hebben in dit leven te maken met strijd. Met een wedloop. God strijd met ons mee, Hij vormt de voorhoede en de achterhoede. Wij hebben wapens: gebed en lofprijs. Ons denken is nodig voor een volwassen strijdplan en we hebben de Heilige Geest die ons leidt en ons vol moed houdt. En bovenal hebben we Jezus die ons aanmoedigt: Ik heb overwonnen, maar aan jou is het om vol te houden. En je aanspoort: kijk naar mij!

Houdt goede moed, want Hij die in jou is, is meer dan hij die in de wereld is. God is bij je, Hij zal je nooit begeven of verlaten. Hij was, is en zal zijn!

Opwekking 564 ‘Ik loop de wedloop die voor mij ligt’