Onder de granaatappelboom, kom in beweging!

Week 68, donderdag

1 Samuel 13:8-1
‘En Saul wachtte zeven dagen, tot het tijdstip dat Samuel bepaald had. Toen Samuel echter niet naar Gilgal kwam, begon het volk zich te verspreiden, bij hem vandaan. 9 Toen zei Saul: Breng een brandoffer bij mij, en dankoffers; en hij offerde het brandoffer. 10 En het gebeurde, toen hij gereed was met het brengen van het brandoffer, dat, zie, Samuel kwam. Saul ging het kamp uit hem tegemoet om hem te zegenen.
11 En Samuel zei: Wat hebt u gedaan? Toen zei Saul: Omdat ik zag dat het volk zich begon te verspreiden, bij mij vandaan, en omdat ú niet op de vastgestelde tijd kwam, en de Filistijnen in Michmas verzameld zijn,
12 zei ik bij mijzelf: Nu zullen de Filistijnen op mij afkomen in Gilgal, en ik heb niet getracht het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen. Daarom heb ik mijzelf gedwongen om het brandoffer te brengen.
13 Maar Samuel zei tegen Saul: U hebt dwaas gehandeld. U hebt het gebod van de HEERE, uw God, dat Hij u geboden heeft, niet in acht genomen. Anders zou de HEERE uw koningschap over Israël voor eeuwig bevestigd hebben, 14 maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.’

Jesaja 43:18,19
‘Denk niet aan de dingen van vroeger, let niet op de dingen van het verleden.19 Zie, Ik maak iets nieuws. Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten?’

GOD HEEFT EEN PLAN

Een geliefd Bijbelvers dat spreekt over Gods plan is te vinden in Jeremia 29:11 ‘Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de Heer. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven.’NBV

De Herziene Statenvertaling zegt: ‘Ik immers, ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de Heere. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.’

Een item dat veel terugkomt in mijn overdenkingen is ons denken. En dat ons denken belangrijk is. In de HSV kunnen we lezen hoe God denkt. En vooral hoe Hij over óns denkt. Als Hij aan ons denkt/over ons denkt, dan denkt hij vredevol. Zodat……… wij toekomst en hoop hebben.

Er staat dat God gedachten over ons koestert. Ik vond een mooie zin die het woord koesteren uitlegde: met liefde behandelen.

Als God over ons denkt dan gebeurt dat in een sfeer van liefde. Een vredevolle en liefdevolle sfeer. Het beeld van een vader dat zijn kind omarmt en tegen zich aandrukt wordt op deze manier heel prachtig uitgesproken. Probeer het je eens voor te stellen hoe je mag kruipen in de armen van God, waar het veilig is, en hoe Hij in jouw oren liefdevolle woorden spreekt, hoe Hij woorden van vrede spreekt – omdat Hij zo over jou denkt – zodat je daardoor gesterkt wordt en je weer vol hoop raakt en weet dat als God zo over jou denkt en zo met je mee gaat je wel een goede toekomst móet hebben!

Als we het hebben over een plan van God dan ligt daar wat mij betreft het eerste: vrede. En dat begint met dat ook zelf toe te passen met het hebben van gedachten van vrede over onszelf, over anderen en woorden van vrede over de ander spreken.

De gedachten en woorden van God moeten ergens toe leiden: een toekomst en hoop. Of zoals de NBV zegt: een hoopvolle toekomst. Gods plan met ons en met deze wereld heeft dus alles met hoop te maken. God vraagt ons echter wel iets: overgave, vertrouwen in gehoorzaamheid.

Als we kijken naar het stuk uit Samuel 13 dan spreekt Samuel daar tot Saul over zijn toekomst namens God: ‘Anders zou de HEERE uw koningschap over Israël voor eeuwig bevestigd hebben, 14 maar nu zal uw koningschap geen stand houden. De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht, en de HEERE heeft hem de opdracht gegeven een vorst te zijn over Zijn volk, omdat u niet in acht genomen hebt wat de HEERE u geboden had.’

God had voor Saul een prachtig plan: koningschap over Israël voor eeuwig. Maar Saul was niet gehoorzaam. Hij kon zijn ongeduld niet bedwingen. En hij steekt daarmee een spaak in het wiel van Gods plan met hem.

Het is belangrijk om te beseffen dat God een plan heeft, met jou, maar in de eerste plaats met de wereld. En dat plan zal hoe dan ook uitgevoerd worden. Maar God geeft ons de vrijheid om onze eigen wil te gebruiken. We lezen hoe Saul zijn wil plaatst voor de wil van God en hoe daarmee Gods goede plannen met hem geen doorgang kunnen vinden. Maar Gods plan gaat door, niet langer met Saul maar met een ander.

En de woorden die Samuel noemt over die ander zijn prachtig: ‘De HEERE heeft een man naar Zijn hart voor Zich uitgezocht.’We weten allemaal over wie dit gaat: over David. Maar is het niet prachtig hoe het hier staat: ‘een man naar Zijn hart voor Zichzelf’. God heeft in de eerste plaats niet David uitgezocht specifiek voor het volk Israël maar een man die in de eerste plaats voor Hem beschikbaar was, op Hem gericht was! Hieruit kun je lezen dat David’s hart afgestemd was op het hart van God. Davids hart ging uit naar God, voor het naar iets of iemand anders uitging.

En met zo iemand, zegt God, kan Hij Zijn plannen uitvoeren.

Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik verlang er naar dat God laat zien wat Zijn plan is met mijn leven. Het liefst zou ik dat krijgen met een briefje uit de hemel. Maar dat werkt niet zo. Wat ik wel weet is dat God met vrede over mij denkt en spreekt, dus in Gods plan ligt vrede voor mij. Ik weet dat God mij een toekomst wil geven, ook als ik soms in een donker dal zit en denk dat ik niet verder kan. En om daarin te kunnen volharden geeft Hij hoop. Deze 3 elementen liggen nergens anders dan in Gods denken, in Zijn hart. Dus daar begint het voor mij als ik Zijn plan wil kennen: richt je op God en Zijn hart voor mij.

Vervolgens vraagt God mij te doen wat Hij gebiedt: mij aan Hem over te geven. Om dicht bij Zijn hart te blijven en naar Zijn stem te luisteren. Om net als David een mens naar Zijn hart te zijn door God op de eerste plaats te stellen.

En ik mag natuurlijk kijken naar mijn gaven, mijn talenten, mijn natuurlijke kwaliteiten en mijn karakter. Want dat is hoe God mij geschapen heeft. Maar dat altijd in gehoorzaamheid, afhankelijkheid en overgave aan God.

Als we zo leven dan kunnen we gaan ontdekken wat Gods plan is. En eigenlijk hoeven we niet ver te zoeken. God geeft al in Genesis aan wat Zijn plan is: wij mogen heersen namens Hem. Hij geeft ons de opdracht om Zijn vertegenwoordiger te zijn hier op aarde. Dat vroeg Hij aan Saul en dat vraagt Hij aan ons. Maar Saul koos niet de goede manier. Kijk naar David en je weet hoe je Gods plan ten uitvoer kunt brengen: blijf aan het hart van de Vader. En wees heerser namens Hem waar je ook bent.

Opwekking 548 ‘Het hart van aanbidding/de muziek vervaagt’.