Ik eer U – I

Week 77, dinsdag

Lukas 2:10-14, 20
‘10 En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,11 namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is Christus, de Heere.12 En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe.13 En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht, die God loofde en zei:14 Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen. 20 En de herders keerden terug en zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij gehoord en gezien hadden, zoals tot hen gesproken was.’

Mattheus 2:11
‘En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en aanbaden Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud en wierook en mirre.’

Lukas 2:25-32
‘En zie, er was een man in Jeruzalem, van wie de naam Simeon was, en die man was rechtvaardig en godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël en de Heilige Geest was op hem. 26 En hem was een Goddelijke openbaring gegeven door de Heilige Geest dat hij de dood niet zien zou voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien. 27 En hij kwam door de Geest in de tempel. En toen de ouders het Kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen volgens de gewoonte van de wet, 28 nam hij Het in zijn armen, loofde God en zei: 29 Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord, 30 want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, 31 die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, 32 een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.’

Openbaring 5:13-15
‘13 En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vierentwintig ouderlingen wierpen zich neer en aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid.’

Johannes 12:1-3
‘Jezus dan kwam zes dagen voor het Pascha in Bethanië, waar Lazarus was, die gestorven was maar die Hij uit de doden opgewekt had.
2 Zij nu bereidden daar een maaltijd voor Hem, en Martha bediende; en Lazarus was een van hen die met Hem aanlagen.3 Maria dan nam een pond zuivere narduszalf van zeer grote waarde, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten met haar haren af; en het huis werd vervuld met de geur van de zalf.’

IK EER U

Deze weken dus gedachten over lofprijs en aanbidding. Lofprijs is misschien wel een raar woord. Het is wat mij betreft een samenvoeging van twee woorden: loven en prijzen. Met loven en prijzen kom ik uit bij eren en bevestiging. Zoals ik bij aanbidding uit kom bij de woorden ‘aan’ en bidden. Je geeft iets aan iemand en je doet dat door middel van bidden = met ontzag en respect spreken en handelen (gedrag).

Bij lofprijs en aanbidding staat er dus altijd een ander centraal. Je eert, bevestigt een ander en je geeft iets aan een ander met ontzag en respect.

Terwijl ik het zo schrijf, dat lofprijs ook vertaalt kan worden als eren, doe ik ook tegelijk het woord, zo lijkt het, tekort. Loven en prijzen geeft ook iets uitbundigs weer. Het geeft iets aan van innerlijke vreugde en blijdschap over/met het goede van iemand. En dat gaat vaak gepaard met enthousiasme.

Als je je kinderen prijst omdat ze iets hebben gedaan waar ze zelf tegenop zagen, of wanneer ze iets hebben gemaakt voor je met heel hun hart en inzet, dan prijs je je ze toch? En dat heeft het meeste effect wanneer je dat met vreugde doet. Wanneer je oprecht blij met hen bent. Blij met wie ze zijn maar ook blij met hun moed en hun prestatie. Daar groeien ze van. Ze groeien niet zozeer van het feit dat ze iets goeds hebben gedaan, maar ze groeien doordat ze ‘geëerd’ worden, ze ontvangen zegen door jou bevestiging.

Jouw lofprijs, je eer voor je kinderen, je collega’s, familie, partner en wie je ook ontmoet geeft een bevestiging: je mag er zijn, ik zie je en ik eer je omdat je Gods schepsel bent. Maak je daarmee jezelf klein? Nee, je verhoogt een ander, zet hem of haar in de positie die hij of zij heeft en daarmee verhoog jij ook jezelf! Je tilt als het ware jullie beiden op in het licht van Gods liefde.

Even een uitstapje. In mijn praktijk kom ik veel beschadigde mensen tegen. En helaas heeft die beschadiging ook veel te maken met opvoeding, met ouders die op sommige gebieden de plank mis sloegen. Vaak ook uit onvermogen of hun eigen pijn. Mensen vragen me dan wat ze moeten met de opdracht van God om hun ouders te eren.

Ik geef dan in de meeste gevallen het antwoord dat je voor eren ook bevestiging kunt zetten. ‘Ik bevestig mijn ouders in hun ouderschap, maar wat ze doen is niet altijd goed of goed geweest. Ik eer en respecteer hen omdat ze mijn ouders zijn, door God zijn we aan elkaar gegeven. Maar hun daden kan ik niet altijd eren’. Als je zo gaat spreken en zien, zie je ook hun onvermogen, maar ook die van jezelf en dat schept ruimte in je hart. Dan kan er bewogenheid komen.

Ik schreef dat onze kinderen ‘groeien’ wanneer ze geprezen worden, wanneer ze gezien worden. Hoe zit dat dan met God. God is al groot, kan Hij dan nog groter worden door onze lofprijs? God is groot en alomtegenwoordig, daarvoor heeft Hij onze lofprijs niet nodig.

God loven en prijzen, eert en bevestigt Hem. Het geeft Hem de plek die Hem toekomt en daarmee wordt Hij groter in jouw hart en denken. Je spreekt uit dat er niemand is als Hij. Dat Hij God is en God mag zijn in alle omstandigheden. Zo kun je God loven en prijzen, zelfs in je moeilijkste omstandigheden. Dat dat dan niet altijd kan met volle vreugde en enthousiasme is begrijpelijk. Maar het bijzondere is dat wanneer je gaat loven, prijzen en aanbidden, je wel Gods vreugde gaat ervaren. God reageert namelijk altijd als wij Hem de plek geven die Hem toekomt! Hij kan ook niet anders, want Zijn verlangen gaat uit naar jou en mij.

In Deuteronomium 28:45-48 lezen we dat God lofprijzen en aanbidding een opdracht is: ‘Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat u weggevaagd wordt, omdat u de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest bent, door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die Hij u geboden heeft, in acht te nemen.46 Ze zullen voor u en uw nageslacht tot een teken en een wonder zijn, tot in eeuwigheid.47 Omdat u de HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met blijdschap en hartelijke vreugde, vanwege de overvloed van alles, 48 zult u uw vijanden, die de HEERE op u af zal sturen, dienen met honger en dorst, met naaktheid en gebrek aan alles. Hij zal u een ijzeren juk op de hals leggen, totdat Hij u wegvaagt.’

Vanuit de Bijbel leren we dat we God moeten dienen met onze hartelijke vreugde en blijdschap. Waarom? Omdat Hij ons overvloedig zegent. Hij zegent ons met zichzelf. Hij gaf ons Jezus om te zien hoe goed Hij is. En in Jezus ligt alles wat we nodig hebben. De engelen loofden God toen ze de boodschap van Jezus ‘ geboorte brachten aan de herders. God liet zichzelf zien in een baby, Hij maakte zich kenbaar als mens. En de hemel aanbad omdat er niets anders is dat je kunt doen wanneer je God kent.

Kees Kraaijenoord ‘Ere zij God’