Week 50, woensdag
Psalm 121; God bewaart Zijn volk (HSV)
1 Een pelgrimslied. Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
vanwaar mijn hulp komen zal. 2 Mijn hulp is van de HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft. 3 Hij zal uw voet niet laten wankelen,
uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4 Zie, de Bewaarder van Israël
zal niet sluimeren of slapen. 5 De HEERE is uw Bewaarder,
de HEERE is uw schaduw aan uw rechterhand. 6 De zon zal u overdag niet steken, de maan niet in de nacht. 7 De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. 8 De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid.
Daniel 10:12-13
Toen zei hij tegen mij: Wees niet bevreesd, Daniël, want vanaf de eerste dag dat u zich er met heel uw hart op toelegde om inzicht te krijgen en om u te verootmoedigen voor het aangezicht van uw God, zijn uw woorden gehoord, en omwille van uw woorden ben ik gekomen.
13 De vorst van het koninkrijk Perzië stond eenentwintig dagen tegenover mij, maar zie, Michaël, een van de voornaamste vorsten, kwam om mij te helpen toen ik daar achterbleef bij de koningen van Perzië.
Psalm 42:9
Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op,
een gebed tot de God van mijn leven. (onberijmd)
‘K Zal Zijn lof zelfs in de nacht zingen, daar ik Hem verwacht (berijmd vers 5)
Handelingen 16:25,26
Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. 26 Plotseling deed zich een hevige aardschok voor, zodat de gevangenis op haar grondvesten trilde; alle deuren sprongen open en bij iedereen schoten de boeien los.
God laat ons soms wachten
Een tekst die heel duidelijk spreekt over wachten is de tekst uit Daniel 10. Daniel moest wachten wel te verstaan! God had gereageerd, maar in de hemelse gewesten was er strijd. Strijd tussen de engelen van God en de engelen van satan. In Daniel 10 wordt gesproken over ‘de vorst van het koninkrijk Perzië’. Het gaat hier over de engelvorst die ‘regeert’ over het sociaal politieke Perzië. Over een rijk dus.
We leren hier hoe realistisch de hemelse gewesten zijn en hoe zich daar een strijd afspeelt. Een strijd om ons!
Als we gaan naar het begin van Daniel 10 dan lezen we dat Daniel in de rouw was. Die rouw had te maken met een visioen die ging over strijd. Een visioen dat verschrikkelijk en beangstigend is, maar het bracht Daniel in rouw. Het gaat te ver om hier dieper op in te gaan. Lezen we verder dan volgt in vers 12: ‘Toen zei hij tegen mij: Wees niet bevreesd, Daniël, want vanaf de eerste dag dat u zich er met heel uw hart op toelegde om inzicht te krijgen en om u te verootmoedigen voor het aangezicht van uw God, zijn uw woorden gehoord, en omwille van uw woorden ben ik gekomen’. HSV.
In de vertaling van de NBG staat het er zo: ‘Toen zei hij: ‘Wees niet bang, Daniël, want vanaf de eerste dag dat je inzicht probeerde te verkrijgen door in deemoed te buigen voor je God, is je gebed verhoord, en daarom ben ik gekomen’.
Kijkend naar de tekst dan leren we hier dat Daniel inzicht probeerde te krijgen in het visioen, of in datgene wat God hem wilde vertellen, wilde leren. Hoe deed Daniel dat? Hij boog in deemoed voor God. Of, hij verootmoedigde zich voor God. Verootmoediging is je nederig opstellen, je klein maken of je onderwerpen. Daniel deed dat in gebed. In het gesprek met God. Een gesprek dat 21 dagen duurde!
Hoe het theologisch zit weet ik niet, maar het hoofdstuk begint ermee dat Daniel 21 dagen rouwde en vastte. Ik schakel dat maar gelijk. Wat inhoudt wat mij betreft dat er veel pijn en verdriet was. Dat het een gebed was waarin er ‘iets los gelaten moest worden, afscheid genomen moest worden’.
We leren dat Daniel zich nederig opstelde in dit gebed. Hij onderwierp zich aan God, ondanks zijn rouw en opstandigheid, die hij misschien wel voelde want ook dat hoort bij rouw. Hij was nederig en hij wachtte op een antwoord! Daniel was vastbesloten om te wachten tot er een antwoord kwam.
Waarom stopte Daniel niet met bidden en had hij zoiets van: ik heb het gezegd, God weet alles, dus dit ook. Er staat ook dat hij niets at en zich niet zalfde. Niet dat hij verder niets deed. Maar ook dat laat ik aan de theologen over. Wat het belangrijkste is, is dat Daniel zijn aandacht voortdurend gericht had op God. In alle nederigheid. Hij wist dat dat belangrijk was als hij inzicht wilde krijgen.
En dat inzicht was belangrijk, want de boodschapper waarop Daniel wachtte om inzicht te krijgen werd tegengehouden! Zo belangrijk was het dat Daniel inzicht zou krijgen. Daarom stopte hij niet met bidden.
Daniel wist dat God een God is die reageert. God reageert altijd, op verschillende manieren. God is een God die spreekt. Als wij spreken, betekent dat, of verwachten we dat we gehoord worden, dat er iemand luistert en dat er gereageerd wordt. Zo is God ook. God wil een relatie en dat betekent contact. Over en weer: spreken en luisteren.
God spreekt tot ons in stilte, in gedachten, in visioenen, in dromen, in woorden, in beelden, door engelen of soms door een regelrechte stem en soms door de stem van anderen. Maar God reageert!
En soms laat Hij ons wachten. Of duurt het langer voor Zijn antwoord tot ons kan komen. Of tot ons kan doordringen. Dan hebben wij gewoon meer ‘leertijd’ nodig.
De vraag aan ons is: zijn wij bereid om te wachten? Weten wij dat God hoe dan ook reageert en dat Hij reageert op Zijn manier? En willen we daar aan vasthouden? Zijn wij bereid om in nederigheid te blijven wachten. We mogen best vragen hebben, maar kunnen we onszelf ondergeschikt maken aan God. En ondertussen doen wat er van ons gevraagd wordt?
Misschien is het nodig je tijdelijk te onthouden van bepaalde zaken of werkzaamheden om daarmee meer tijd te hebben voor God, om naar Hem te luisteren en je op Hem ‘af te stemmen’. Maar het begint met een houding van bereidwilligheid: ik wacht Heer, ik doe trouw mijn werk, en ondertussen verwacht ik U!
Wees zo gezegend door de wetenschap dat God je hoort en hulp en inzicht onderweg is!
Michael W. Smith, Israel Houghton ‘Help is on the way’