Week 64, donderdag
Micha 6:8 NBV
‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God’.
Job 29:12,13,14 NBV
‘omdat ik de arme redde die om hulp riep, en de wees die in de steek gelaten was. 13 Ik werd gezegend door de stervende, in het hart van de weduwe bracht ik de vreugde terug. 14 Ik kleedde mij in gerechtigheid en deze kleedde mij’,
Deuteronomium 10:18,19 NBV
‘Hij (God) verschaft weduwen en wezen recht, neemt vreemdelingen in bescherming en voorziet hen van voedsel en kleding. 19 Ook u moet vreemdelingen met liefde behandelen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte’.
Mattheus 25:34-40 NBV
34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” 40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
WAT KUNNEN WE INZETTEN?
Iedereen is anders. Iedereen heeft andere kwaliteiten, iedereen heeft andere gaven, we hebben allemaal een eigen roeping en allemaal een hart dat anders reageert.
Ik was enorm opgelucht toen ik een voorganger in een preek hoorde zeggen dat hij niet in tranen uitbarst – in tegenstelling tot een vriend – wanneer hij zich realiseert dat er nog zoveel mensen zijn die Jezus niet kennen en dus niet naar de hemel gaan. En hij zich realiseerde dat hij dus niet een evangelist/zendeling is. Want dat heb ik ook niet zo. En omdat ik dat niet zo heb voelde ik mij weer schuldig als ik anderen daar over hoorde. Ik kan wel weer ergens anders bewogen om raken, maar niet daarom.
Ik ging mij realiseren dat we écht allemaal een eigen roeping hebben en dat we vol kunnen zijn van Jezus en Hem willen dienen, maar dat God ons inzet op verschillende terreinen.
God roept ons om Zijn koninkrijk te brengen, het koninkrijk zélf te zijn daar waar we zijn. Waar we geplaatst zijn. In ons gezin, ons huis, ons werk, onze woonplek, kerk of gemeente. In familie, bij vrienden, op de camping of supermarkt.
Onze bediening is overal hetzelfde: zijn als Jezus. Doen als Jezus. Daar morgen meer over.
Je merkt je roeping vaak aan je hart. Waar wordt mijn hart door geraakt? Waar moet ik van huilen? Wat maakt dat mijn hart bewogen wordt. Want een roeping zonder bewogenheid; dat gaat h’m niet worden.
Er is echter één ding waar we allemaal toe geroepen zijn en dat is bidden. En ik denk dat er zeker mensen zijn die een bijzondere roeping hebben tot gebed, maar gebed is een noodzaak voor ons allemaal. Zonder gebed – ronder een direct contact met God – zijn we krachteloos.
Natuurlijk kunnen we onze handen uit de mouwen steken, en hard werken, maar vaak houdt dat in op eigen kracht werk verzetten en uitgeput en teleurgesteld raken. Terwijl we door te bidden, Gods kracht mogen ‘downloaden’.
Bidden is natuurlijk nog veel meer, maar waar het vooral om gaat is dat aan acties altijd gebed vooraf gaat. Ik moet denken aan de tekst uit Nehemia 1 en 2. Nehemia hoort van zijn broer over de ellende in Jeruzalem over de achtergeblevenen en hoe hij reageert: ‘Toen ik deze woorden hoorde, ging ik huilend op de grond zitten. Ik rouwde dagenlang, ik vastte en riep de God van de hemel aan’.
Pas 3 maanden later komt Nehemia tot actie als de koning hem vraagt waarom hij zo somber kijkt. Het hart van Nehemia was bewogen met het lot van zijn landgenoten. Hij had geen tv of internet, maar het beeld dat zijn broer schetst: ‘Het gaat heel slecht met de mensen die de ballingschap hebben overleefd en die nu in de provincie Juda wonen. Ze zijn het mikpunt van spot, want de muur van Jeruzalem is afgebroken en de poorten zijn in vlammen opgegaan’, raakte hem diep.
De muren van Jeruzalem waren weg en geen poorten meer. Wat houdt dat in? De veiligheid die de muur en poorten moest bieden was weggevallen. Ze waren onbeschermd en kwetsbaar. Dát raakt het hart van Nehemia en zijn hart werd gebroken. Temeer misschien wel omdat hij zich God had aangepast in zijn nieuwe land. Hij had het goed, genoot aanzien en kon royaal leven.
Nehemia begon te bidden.
De kranten staan vol met meningen over de vele miljoenen vluchtelingen. Maar denk ook eens aan de mensenhandel, de slavernij van vrouwen en kinderen. Op afstand kunnen we niet zoveel. En we hebben allemaal een mening. Misschien is het goed om gewoon maar eens geen mening te hebben. Niet direct aan je eigen hachje te denken en tot je door te laten dringen wat er gebeurd. Wat er gebeurt met levens van anderen. Hoe mensen verhandelt, verkocht, misbruikt, opgejaagd en beroofd worden. Hoe anderen bepalen hoe en wat ze mogen.
Vraag je eens af waardoor jouw hart geraakt wordt. Waarom kun jij huilen? En dat is voor een ieder van ons anders. De één is een activist en zal in actie komen, direct, en de ander veel minder. Maar niemand van ons kan met de armen over elkaar zitten en commentaar leveren.
Begin met bidden. Begin met bewogenheid en vraag God wat jij kunt doen. En als je niet direct antwoord krijgt. Blijf dat bidden. Blijf bidden voor veiligheid, voor verandering van harten van de leiders van landen die de vrijheid van mensen roven. Ten diepste is het allemaal geestelijke oorlog. Daniel moest 21 dagen bidden omdat er strijd was in de tweede hemel. De engel werd tegengehouden. Wij moeten en kunnen in ieder geval voortdurend blijven bidden zodat er via de hemelse gewesten iets gaat veranderen in de harten van leiders.
We kunnen allemaal een strijder zijn! Op onze eigen manier. Maar begin met bidden en blijf bidden! Bidt voor zachte harten en vrede. En misschien moet je wel eerst bidden voor je eigen hart en vrede in je eigen hart voor je bewogen kunt zijn?!
Luister goed of God jou de opdracht geeft een bidder te zijn en met anderen te blijven bidden. Of dat je de ‘barricaden’ op moet. We kunnen allemaal iets doen.
Sela ‘Geef vrede’