Dagelijkse overdenking; Week 87, dinsdag
Psalm 3, Morgenlied
‘1 Een psalm van David, toen hij vluchtte voor zijn zoon Absalom.
2 HEERE, hoe talrijk zijn mijn tegenstanders; velen staan tegen mij op. 3 Velen zeggen van mijn ziel: Hij heeft geen heil bij God. Sela 4 U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. 5 Met mijn stem riep ik tot de HEERE, en Hij verhoorde mij vanaf Zijn heilige berg. Sela 6 Ik lag neer en sliep; ik ontwaakte, want de HEERE ondersteunde mij. 7 Ik vrees niet voor tienduizenden van het volk, die zich aan alle kanten tegen mij opstellen. 8 Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God, want U hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, de tanden van de goddelozen hebt U stukgebroken. 9 Het heil is van de HEERE; Uw zegen is over Uw volk. Sela’
Psalm 5:1-4 , Morgenlied
‘1 Een psalm van David, voor de koorleider, bij fluitspel. 2 HEERE, neem mijn woorden ter ore, let op mijn zuchten. 3 Sla acht op mijn stem als ik roep, mijn Koning en mijn God, want tot U bid ik.4 ’s Morgens hoort U mijn stem, HEERE; ’s morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit’.
Romeinen 13:11-14 (NVB)
‘U kent de huidige tijd: het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen. 12 De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. 13 Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag en ons onthouden van bras- en slemppartijen, ontucht en losbandigheid, tweespalt en jaloezie. 14 Omkleed u met de Heer Jezus Christus en geef niet toe aan uw eigen wil, die begeerten in u opwekt’.
SOMS LIJKT HET ALSOF JE OP DE VLUCHT BENT
Ken je dat van jezelf, dat het lijkt alsof je voortdurend aan het rennen bent. En niet zomaar rennen, maar met het gevoel dat je alsmaar wordt opgejaagd. Druk, druk, druk. Verwachtingen van die, verwachtingen van hem of haar. De kerk vraagt iets, je ouders, je kinderen, de buren of je dorp. En allemaal goed natuurlijk. Allemaal belangrijk. En ondertussen voel jij je uitgeput. Maar ‘nee’ zeggen zit er niet bij. En op een bepaald moment lijkt het te werken om maar niet teveel meer na te denken en gewoon maar door te stomen, alsof de vijand je op de hielen zit. Want in zo’n fase stil staan en gaan nadenken over hoe moe je bent, zorgt alleen maar voor ellende. Dus ga je door.
In psalm 3 lezen we hoe David op de vlucht is voor zijn zoon Absalom. Absalom die het koningschap van zijn vader met geweld wil overnemen. David moet vluchten voor zijn eigen bloed. Zijn eigen kind is zijn tegenstander geworden. Eigenlijk is David op de vlucht voor zichzelf. Er is veel mis gegaan in zijn leven, hij heeft verkeerde keuzes gemaakt, en een van de gevolgen daarvan is de troonsovername van Absalom.
We kunnen in ons leven ‘achterna gezeten’ worden door de gevolgen van onze keuzes. Of door de gevolgen van keuzes van anderen. We kunnen onder druk gezet worden door onze toegeeflijkheid, door onze angst voor afwijzing, door het niet aangeven van onze grenzen, door geen ‘nee’ te zeggen. Als vijanden zitten ze ons op de hielen. Ze roven onze rust en maken ons bang. En we blijven maar rennen. Voortgejaagd als we worden, voelen we ons slachtoffer, terwijl we eigenlijk zelf onze eigen vijand zijn.
Hoe begin je de dag als je je niet zo stralend voelt als het mooie weer. Als je geen vakantie kunt nemen vanwege je volle agenda of niet kunt ontspannen vanwege de druk en de verwachtingen die je voelt? Wat doe je als je je slachtoffer voelt?
Kijk naar David. Hij is slachtoffer, van zijn eigen daden en van zijn zoon, maar zo gedraagt hij zich niet. Hij gedraagt zich als een overwinnaar omdat God de overwinning al heeft gehaald: ‘Sta op, HEERE, verlos mij, mijn God, want U hebt al mijn vijanden op de kaak geslagen, de tanden van de goddelozen hebt U stukgebroken’. David overtuigt zichzelf van het feit dat God voor hem is en de vijand voor hem heeft verslagen.
Natuurlijk zijn er vijanden en natuurlijk moet David de gevolgen van zijn daden dragen. Maar tegelijk weet hij dat God hem ondersteunt, bij hem is en hem en zijn volk de zegen zal geven.
David schrijft dit als een morgengebed. Zijn dag moest dus nog beginnen, terwijl de vijanden hem omringden. Hij zag zijn vijanden, maar hij keek er niet naar. Hij keek als het ware over zijn vijanden heen, om ze heen, naar God en daardoor was hij niet langer slachtoffer maar geborgen, veilig en overwinnaar.
Meer nog dan David mogen wij weten dat wij met Christus méér dan overwinnaar zijn. Jezus heeft al onze ‘geestelijke’ vijanden verslagen, ze hebben ons niet meer in hun macht, en daarom mogen wij ’s morgens de dag beginnen in de wetenschap dat wij geen slachtoffer zijn. Wij mogen rechtop staan en kunnen de goede keuzes maken. Wij kunnen nee zeggen, wij mogen grenzen aangeven en daarbij niet bang zijn voor afwijzing. We hoeven niet opgejut te worden door alles wat moet. We mogen onze verkeerde keuzes belijden en samen met Jezus de gevolgen dragen. We mogen vertrouwen op de ondersteuning en hulp van God omdat Hij onze voeten vast op de rots heeft gezet en ons zo de dag laat beginnen. Samen met Hem.
Opwekking 289 ‘U hebt de overwinning behaald’