De lessen van Wout

Week 71, woensdag

Psalm 139:13-17
‘Want Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven. 14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed.15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde. 16 Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond. 17 Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God,
hoe machtig groot is hun aantal.’

Jesaja 43:1,4
‘Maar nu, zo zegt de HEERE, uw Schepper, Jakob, uw Formeerder, Israël:
Wees niet bevreesd, want Ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, u bent van Mij. 4 Sinds u kostbaar bent in Mijn ogen, bent u verheerlijkt en heb Ík u liefgehad.’

Jesaja 44:1,2
‘1 Maar nu, luister, Jakob, Mijn dienaar, Israël, die Ik verkozen heb! 2 Zo zegt de HEERE, uw Maker en uw Formeerder van de moederschoot af, Die u helpt: Wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, Jesjurun, die Ik verkozen heb.’

Mattheus 4:16,17
‘En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen.17 En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.’

DE KRACHT VAN WOORDEN – ANGST

Gisteren schreef ik dat een belangrijk woord in verband met stippen of sterren het woord ‘verdienen’ is. Maakt dat wat ik doe of hoe ik mij gedraag dat ik een grijze stip krijg of een gouden ster? Dat maakt dus dat je gedrag enorm belangrijk is. En het maakt je daarmee ontzettend afhankelijk van andere mensen! Je hebt hen nodig voor jouw zelfbeeld.

En dan komt daar ook direct iets heel belangrijks bij mee: angst. Wanneer je voortdurend rekening houdt met anderen en jouw reactie op wat jij doet, leef je eigenlijk in angst. Je vraagt je voortdurend af ‘wat zouden ze van me denken, wat zouden ze zeggen, hoe zouden ze reageren?’

Of als je iets wilt doen dat misschien buiten je comfortzone valt, en je moet of wilt uitstappen, dan kan er ook angst zijn. De angst van het falen. En dat kan zo heftig zijn dat je het opgeeft en niet uitstapt.

Angst is iets dat we allemaal kennen. De een meer en de ander minder, maar angst zit in ons allemaal. De Bijbel zegt dat angst straf veronderstelt. 1 Johannes 4:18 ‘Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.’

Leven met de behoefte aan goedkeuring, het hunkeren naar gouden sterren, heeft dus alles met angst te maken. En wanneer je gebukt gaat onder het gewicht van grijze stippen heeft dat ook alles te maken met angst, maar met angst die al werkelijkheid is geworden door gevoelens van afwijzing en veroordeling.

Angst begon al in het eerste boek van de Bijbel, in Genesis 3:8-10. ‘En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof.9 En de HEERE God riep Adam en zei tegen hem: Waar bent u?10 En hij zei: Ik hoorde Uw stem in de hof en ik werd bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij.’

Angst is iets dat door ongehoorzaamheid aan God in ons leven is gekomen. En deze ongehoorzaamheid is bewerkstelligt door satan. God weet dat en vervloekt hem ook daarom. Maar de schade is toegebracht: angst is werkelijkheid geworden. In hun angst verstoppen Adam en Eva zich omdat ze bang zijn voor de reactie van God. Ze vrezen Hem en zijn bang voor straf. Angst, straf en veroordeling horen bij elkaar.

Met het uitdelen en ontvangen van stippen en stickers zijn we druk bezig met veroordeling. En zoals we zien heeft dat dus alles met straf en angst te maken.

Wie wil er nu leven in angst? Niemand! Maar misschien leef jij wel in angst omdat je zo’n verschrikkelijke behoefte hebt aan goedkeuring en je daar iedere dag maar weer keihard je best voor doet. Want stel dat je geen gouden ster krijgt die dag dan voel je je afgekeurd en afgewezen en misschien wel minderwaardig. En daarmee kom je dus eigenlijk onder een oordeel. En wanneer je gebukt gaat onder grijze stippen leef je net zo goed in angst. Angst die maakt dat je terecht raakt in een verslaving, in gemakzucht, in angst voor mensen en je niets meer onderneemt.

Realiseer je goed dat stickers en stippen gegeven worden door mensen. Mensen met pijn en onvolmaaktheid. Mensen geven stickers en stippen door woorden. En woorden hebben scheppingskracht. Een ‘goed’ gekozen woord haalt iemand onderuit of verheft iemand. Spreuken 18:20,21 zegt het heel krachtig: ‘van de vrucht van iemands mond wordt zijn buik verzadigd, hij wordt verzadigd van de opbrengst van zijn lippen. 21 Dood en leven zijn in de macht van de tong, wie hem liefheeft, zal de vrucht ervan eten.’

Terug naar het verhaal van Wout. Als Wout toch zo af en toe naar buiten gaat trekt hij op met andere Nerflanders die ook veel stippen hebben. Bij hen voelt hij zich op zijn gemak en voelt hij geen angst.

Maar dan komt Wout op een dag Lucia tegen. Lucia heeft geen stippen. Maar ook geen sterren! Mensen zeiden wel iets over haar: ze wilden haar wel stippen of sterren geven maar ze bleven gewoon niet plakken. Alsof er iets op haar zat waardoor ze niet konden plakken. Een soort beschermlaagje.

De plaatjes waarop Lucia staat zijn ook anders. En dat moet ook wel, want het woord Lucia betekent licht. Het is afgeleid van het Latijnse woord lux of lucis. Het betekent niet alleen licht maar ook lichtbrengster of lichtdraagster.

Waar licht is, is geen duisternis. En daar waar geen duisternis heerst, heerst er ook geen angst. Lucia is een vrij mens. Er kleven aan haar geen woorden van afkeuring of goedkeuring. Ze blijven gewoon niet aan haar plakken!

Dat is iets wat Wout ook wil. Lucia legt uit hoe het komt dat wat mensen zeggen of doen geen invloed heeft op haar: ‘Eigenlijk is het heel makkelijk, ik ga elke dag naar Eli. Elke dag ben ik bij hem in de werkplaats.’ Als Wout vraagt waarom, zegt Lucia dat hij dat zelf maar moet gaan ontdekken. En vervolgens huppelt ze weg.

Dat beeld van Lucia is een fantastisch beeld. Licht, lachen en huppelen. Vrij als een kind. Niet vast zitten aan wat anderen zeggen, maar dansen en genieten van het leven.

Het lijkt onmogelijk. En toch ís het mogelijk. Het is mogelijk door Eli, de houtsnijder. Laat Hem Zijn handen op je leggen ter bescherming. En geen woord plakt meer aan jou!

Opwekking 518 ‘Heer, U doorgrondt en kent mij’