De kracht van ons denken, week VI, deel XXV

Week 56, maandag

Romeinen 12:2 (HSV)
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.

Spreuken 23:8 (KJV)
Zoals een mens denkt in zijn hart zo is hij.

De kracht van ons denken; hoe doen we dat? XXV

Vrijdag ging het verhaal over de kas. En daar was ik nog niet helemaal mee klaar. Dus vandaag verder met de metafoor: ons lichaam is als een kas. Waarvan we ook zelf de opzichter zijn. Geen eigenaar, dat is de ‘Tuinder’, maar wel verantwoordelijke.

Eén van de belangrijkste hulpmiddelen die de opzichter heeft is de elektriciteit in de kas. Als hij die gebruikt, inschakelt, dan kan er zonder moeite voor licht, warmte en vocht worden gezorgd. Alles wat er nodig is aan omstandigheden om de zaadjes te laten ontkiemen en stekjes te laten groeien is dan aanwezig.

Het mag helder zijn dat de elektriciteit symbool staat voor de Heilige Geest. Ik gebruik het beeld van elektriciteit omdat – wil de elektriciteit kunnen werken, wil er gebruik gemaakt van worden, het wél ingeschakeld moet worden. We kunnen er voor kiezen om de elektriciteit in te schakelen of niet. Dat is keuze. Maar het is er wel. Het ís aanwezig, maar als het niet wordt ingeschakeld dan kan de kracht die het heeft niet gebruikt worden, dan moet alles handmatig bevochtigd worden en alle verlichting en warmte moet handmatig worden geproduceerd. En wat zou dat een verlies zijn van tijd, energie en opbrengst! De opzichter zou doodmoe zijn en het resultaat zou zwaar tegenvallen. Door gebruik te maken van de elektriciteit gaan processen bijna moeiteloos door. Wat de opzichter dus moet doen is er voor zorgen dat de elektriciteit ingeschakeld wordt en/of blijft. Dat alle voorzieningen die nodig zijn goed onderhouden zijn, dat er letterlijk geen ‘kinken in kabels’ zijn en er geen verdere belemmeringen zijn waardoor de elektriciteit niet zou kunnen werken. Het gaat hier dus puur om de kracht die vrijgezet moet worden.

De kracht moet kunnen stromen. En dan moet ook alle apparatuur het goed doen. Die moet goed onderhouden zijn, anders ontvangt het wel kracht, maar kunnen de apparaten niet doen waarvoor ze ontworpen zijn. En is dus wel kracht aanwezig maar die kan niet zijn werk doen.

Wat heeft dit nu te maken met de Heilige Geest? De Heilige Geest is kracht! Handelingen 1:8 ‘Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal’. De Heilige Geest is als een persoon die in ons woont, en als een kracht die over of op ons komt. In ons: Romeinen 8:8-11 En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. 9 Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem.10 Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.11 En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.

De Heilige Geest woont in ons en daarmee hebben wij de Geest van Jezus in ons. Een Geest die levend kan maken. En door de Geest woont dus ook de kracht van Jezus in ons. Een kind van God heeft die kracht. Die is aanwezig. Maar wordt er ook gebruik gemaakt van die kracht? Wordt de Heilige Geest bewust uitgenodigd ‘aangezet’ om Zijn werk te mogen doen?

De Bijbeltekst die ik gebruikte vorige week is hier, en bij het beeld van de kas, heel treffend: ‘Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde’. Kol. 1:13 We zijn mensen die in het licht leven. Die licht in zich meedragen. Want waar de Zoon is, is licht. Hij is immers licht. In jou ís het licht! Het ís licht in jouw kas. Maar mag het licht wel schijnen? Sta je het toe, of laat je het donker in de jou. Je staat het licht toe te schijnen door het ‘aan te zetten’. Maar daarvoor moet je wel de ruimte geven en je moet er om vragen. Dat wat het licht belemmert om te schijnen mag benoemd worden, bij God gebracht worden en los gelaten worden en vervolgens nodig ‘zet je het licht aan’: ‘Heilige Geest dank U dat U in mij woont. U bent licht, en ik roep Uw hulp in. Schijn met Uw licht in mij, meer en meer, zodat het zijn werk kan doen. Dat er groei en vrucht mag komen. Want van uit mijzelf kan dat niet. Ik kan hard werken, maar ik word er zo moe van. Heer, doe Uw werk in mij en door mij!’

Een andere tekst die verklaart dat je vernieuwing al een feit is is: ‘Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen’. 2 Kor. 5:17 Je bent al nieuw. Je hoeft daar geen toeren voor uit te halen of hard voor te werken. Je bent nieuw! Vanbinnen is het bij jou als een kas die vol staat met prachtige stekjes, die verlangen naar groei en vrucht. In jou is het vol leven. Want je bent nieuw! Je bent levend gemaakt door de Geest die in jou woont. Je oude leven is voorbij. De macht van de zonde is verbroken en je bent heerlijk vernieuwd en vrij!

En deze tekst mag natuurlijk niet ontbreken om te weten wat er al bereikt is. Romeinen 8:37 ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad’.

Maar de mooiste tekst die iets zegt over wie we zijn: Romeinen 8: ‘Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader! 16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.17 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden’.

Laat de Geest in jou licht zijn, krachtig Zijn werk doen en beaam het als de Geest in jou getuigt: je bént een kind van God. Je bent Zijn erfgenaam. Vóór je kind bent van je ouders, zelf ouder, zus, vriend of collega ben je kind van God. Laat daarom al Zijn woorden waarheid voor je zijn!

Laat Zijn woorden van liefde gegrift staan in je hart, en lééf als een geliefd kind van de Vader! Loslatend wat anderen van je vinden. Want wat de Vader van je vindt, dat geeft leven!

Ter ondersteuning van de metafoor de tekst uit 1 Korinthe 6:19, 20 ‘U weet het: uw lichaam is een tempel van de heilige Geest die in u woont, die u van God hebt ontvangen. U bent niet van uzelf. bent gekocht en de prijs is betaald. Eer God dus met uw lichaam’.

Opwekking 556 ‘Prijs God die ons het leven geeft’