Week 54, woensdag
Romeinen 12:2 (HSV)
En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Spreuken 23:8 (KJV)
Zoals een mens denkt in zijn hart zo is hij.
De kracht van ons denken; hoe doen we dat? XVII
Willen zijn zoals God je bedoeld heeft. Daar eindigde ik gisteren mee.
Maar soms kunnen we het zo totaal kwijt zijn. Hebben we geen flauw idee hoe God ons bedoeld heeft.
Door deze studie heen is het mij wel heel duidelijk dat God wil dat we ‘relatie-gericht’ zijn. Zo is Hij namelijk zelf ook! God is een God die uit is op relaties. En dat begint bij Hemzelf. Heel oneerbiedig: Hij is in ‘goede relatie’ met zichzelf: God is in balans en gelukkig: ‘die in overeenstemming is met het evangelie dat mij is toevertrouwd, het evangelie over de majesteit van de gelukzalige God’. 1 Timotheüs 1:11.
Ik ben maar zo vrij om hier zelf een uitleg bij te geven, uiteraard in het kader van deze reeks overdenkingen. God voelt zich gelukkig in en met zichzelf, zo lees ik uit deze tekst. Het gaat hier over majesteit. Majesteit betekent onder andere ‘heerlijkheid’. Het gaat in de tekst uit Timotheüs over de heerlijkheid van de gelukzalige, gelukkige God. Voor mij heeft geluk alles te maken met een innerlijke vrede, vreugde en harmonie.
Wij zijn geschapen naar Gods beeld, en daarbij hoort ook dat wij geschapen zijn om in relatie te leven. Die relatie begint met een innerlijke relatie. Nu lijkt het gelijk al weer zweverig te worden. Maar niets is minder waar. God zegt in het tweede gebod dat we onszelf moeten liefhebben. We moeten leven in een liefdesrelatie met ons zelf! Die liefdesrelatie met onszelf ontvangen we in de eerste plaats door te weten dat we Gods geliefde kinderen zijn. Als we dat weten en aannemen, ontvangen we de Heilige Geest. De Geest die Gods liefde uitstort in ons hart. En die (wat mij betreft symbolisch) leeft in ons hart – als geestelijk centrum. ‘Gods liefde is in ons hart uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken’ Romeinen 5:5, WV.
Het gaat dus vandaag dus om relatie. Een innerlijke relatie. En die trek ik nu maar weer even lichamelijk. We voelen ons blij als we in een innerlijke, lichamelijke! harmonie leven. En hier laat ik even de inwoning van Gods Geest buiten, omdat die voor écht geluk zorgt. Het gaat hier om een blijdschap/geluk die met lichamelijke en emotionele harmonie te maken heeft.
Dr. Don Colbert schrijft: ‘Kan het zijn dat het menselijke hart slechts een reflectie is van hetgeen in het spirituele hart gaande is? Ik geloof van wel. We denken te vaak dat de fysieke realiteit de onzichtbare realiteit van de ziel, het verstand en de emoties bepaalt. De Bijbel vertelt ons dat juist het tegenovergestelde gebeurt. De onzichtbare realiteit van onze ziel, verstand en emoties bepaalt de fysieke realiteit die wij met onze zintuigen waarnemen. Ongeacht wat het eerste komt – de fysieke of de emotionele reactie – de twee werken samen. Het fysieke, emotionele en spirituele zijn met elkaar verbonden op manieren die wij slechts beginnen te onderzoeken en begrijpen.
Psychiater dr. Aaron Beck zag depressie uiteindelijk als een ontregeling van de gedachten – een negatieve manier van denken over het leven en omstandigheden. Het grootste deel van ons gedrag is aangeleerd, ja, zelfs, depressie en kan daarom ook afgeleerd worden, zelfs als het in iemands genen geworteld zit.
Het ‘brein’ van het hart en het zenuwstelsel brengen boodschappen heen en weer naar de hersenen, waardoor er een wederzijdse communicatie tussen deze twee organen ontstaat. In de zeventiger jaren ontdekten John en Beattrice Lacey, twee fysiologen van het ‘Fels Research Institute’ dat het hart niet automatisch gehoorzaamt wat de hersenen, via het zenuwstelsel, aan boodschappen naar het hart sturen. Het hart lijkt de ontvangen informatie soms juist te ‘overwegen’. Het hart zendt ook boodschappen naar de hersenen, die niet alleen begrepen worden maar ook gehoorzaamd. Het hart en de hersenen hebben in feite een intelligente manier van communiceren.
De ultieme ‘ware ik’ is een samenstelling van wat het hart tegen het brein zegt, wat het brein tegen het hart zegt en wat de wil besluit te geloven, zeggen en doen.
Nog een stukje van dr. Servan. Iets wat ik al eerder aanhaalde, maar wat bovenstaande nog een keer onderstreept. ‘Maries hart kwam pas tot rust toen ze geleerd had het rechtstreeks in te tomen. Ik zou bijna zeggen ‘toen ze geleerd had met haar hart te praten’. De wisselwerking tussen het emotionele brein en de ‘kleine hersenen’ van het hart is een van de sleutels tot de emotionele intelligentie. Door – letterlijk – te leren ons hart te controleren, leren we tegelijk ons emotionele brein te beheersen en omgekeerd. Want de sterkste verbinding tussen het hart en het emotionele brein loopt via wat het ‘autonome perifere zenuwstelsel’ heet, dat wil zeggen: dat deel van het zenuwstelsel dat het functioneren van al onze organen regelt en dat zowel buiten onze wil als buiten ons bewustzijn om werkt. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee subsystemen die alle organen van het lichaam van zenuwen voorzien vanuit het emotionele brein. Deze twee subsystemen zijn de ‘gas- en het rempedaal’. (Het sympathische en parasympatische zenuwstelsel) Het ‘gaspedaal’ scheidt adrenaline en noradrenaline af: het controleert de vecht- en vlucht reacties: zijn activiteit versnelt het hartritme. En het andere het ‘rempedaal’ scheidt een neurotransmitter af die hoort bij toestanden van ontspanning en rust. Zijn activiteit vertraagt het hart. De term sympathisch komt van een Latijnse stam die ‘in relatie staan’ betekent.
Om de onvoorstelbare bochten in het bestaan te kunnen nemen, hebben we zowel een rem- als een gaspedaal nodig. Ze moeten beide in topconditie zijn, en de één moet even sterk zijn als de ander, zodat ze elkaar kunnen compenseren wanneer dat nodig is.
Wanneer het hart ontregeld raakt, sleept het het emotionele brein mee.
Tot zover de citaten. Het gaat dus om relaties. De relatie tussen hart, hersenen en lichaam. Als we schrikken, angst ervaren, reageren we met een vlucht- of vecht reactie, we staan op scherp door de adrenaline en het hart versnelt. Als dat niet langer meer hoeft, scheidt ons zenuwstelsel een ander stofje af waardoor ons hart vertraagt en we ons weer ontspannen voelen. En zo zijn we weer in balans.
Het mag helder zijn wat er gebeurt wanneer er voortdurend adrenaline wordt afgegeven omdat we ons, op wat voor manier dan ook in een vlucht- of vecht situatie bevinden. Al dan niet terecht! Want wat we ook leerden is dat ons emotionele brein primair reageert en vaak ook wanneer het nog niet heeft ‘door gekregen’ van het cognitieve brein dat er ook daadwerkelijk gevaar is. Het bestaat dus dat we in een schriksituatie blijven omdat we niet meer de relatie zijn aangegaan met ons cognitieve deel. En daardoor blijft ons hart in een hoog tempo werken en worden we uiteindelijk doodmoe.
We leren zo hoe belangrijk het is dat we aandacht besteden aan ons innerlijk en in goede relatie daar mee staan. Want God heeft ons tools gegeven om ons innerlijk in balans te brengen. Als we dat maar willen toepassen. Het is dus een kwestie van luisteren en communiceren met ons hart en ons verstand!
Dr. Colbert zegt iets moois over ons ware ik. Hoe dat een samenwerking is van voelen, denken en doen. En dat sluit weer aan bij de tekeningentjes van vorige week.
Let vooral op wat hij zegt over de wil: wat de wil besluit te geloven, zeggen en doen.
Daar morgen meer over.