Als schapen zonder herder

Week 73, donderdag

Markus 6:30-34
‘En de apostelen kwamen weer samen bij Jezus en berichtten Hem alles wat zij gedaan en wat zij onderwezen hadden. 31 En Hij zei tegen hen: Komt u zelf mee naar een eenzame plaats, alleen, en rust wat uit; want er waren er velen die kwamen en die gingen, en zij hadden zelfs geen gelegenheid om te eten. 32 En zij vertrokken in een schip naar een eenzame plaats, alleen. 33 En de menigten zagen hen weggaan, en velen herkenden Hem en gingen uit alle steden gezamenlijk te voet daarnaartoe; en zij kwamen er vóór hen aan en gingen samen naar Hem toe. 34 En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.’

Mattheus 9:35-38, De oogst is groot
‘35 En Jezus trok rond in al de steden en dorpen en gaf onderwijs in hun synagogen, en Hij predikte het Evangelie van het Koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. 36 Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben. 37 Toen zei Hij tegen Zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. 38 Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.’

 WIJ MOETEN HET AMBT LEREN

Grote woorden: wij moeten het ambt leren. Een ambt is volgens de encyclopedie een functie bij de overheid of kerk:
Ambt: officiële betrekking, post die meestal van overheidswege toegekend wordt en enige vorm van gezag uitstraalt.
Het ambt van politieagent, minister, leerplichtambtenaar.
geestelijke taak of dienst die iemand beroepshalve uitvoert
Het ambt van priester, diaken, voorganger, oudste.

Bij een ambt hoort enige vorm van gezag zegt de encyclopedie. Gezag en autoriteit. Als we het herderschap als een ambt zien, dan betekent dat dus ook gezag en autoriteit. Dat kan heel beangstigend klinken. Maar gezag en autoriteit is niet iets dat je grijpt of afdwingt. Gezag krijg je. Je krijgt het door het vertrouwen van de mensen aan wie je leiding geeft. En of dat nu als ouders is, als voorganger, directeur of politie agent, je kunt gezag alleen maar ontvangen!

En gezag ontvangen moet je leren. Het is geen kwestie van ‘ik ben zus of zo, dus ik heb recht op gehoorzaamheid en volgzaamheid.’ Dat zou kunnen, maar dan draait het om macht en dictatuur. Daarom is het zo mooi dat de Bijbel spreekt over herderschap.

Ik heb me de afgelopen dagen verdiept in herderschap – geestelijk herderschap wel te verstaan – en bewogenheid. Want dat zie ik bij Jezus. Hij was bewogen omdat hij de mensen zag als schapen zonder herder.

Eerst maar eens bewogenheid. Wat is bewogenheid? Bewogenheid komt van het griekse woord splangchnizomai. Splangchnizomai betekent zoveel als ‘beweging van de ingewanden’, letterlijk betekent het ‘ingewanden eten’ dat is een interessante omschrijving van een emotie. Dit werkwoord komt namelijk voort uit het feit dat de ingewanden gezien werden als de zetel van de gevoelens. Het gaat hier dan over een duidelijke innerlijke reactie die plaatsvindt, die betrekking heeft op een diep medelijden met het lot van anderen. We kunnen dus voor splangchnitzomai lezen: met innerlijke ontferming bewogen.

Tijdens de intocht van Jezus in Jeruzalem op een ezel lezen we ook hoe Jezus met innerlijke ontferming bewogen was: ‘41 En toen Hij dichtbij kwam en de stad zag, weende Hij over haar.42 Hij zei: Och, dat u ook nog op deze uw dag zou onderkennen wat tot uw vrede dient! Nu echter is het verborgen voor uw ogen. 43 Want er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal rondom u zullen opwerpen, u zullen omsingelen en u van alle kanten in het nauw zullen brengen. 44 En zij zullen u met de grond gelijkmaken en uw kinderen in u verpletteren. Ook zullen zij in u geen steen op de andere steen laten, omdat u het tijdstip waarop er naar u omgezien werd, niet hebt onderkend.’

Jezus huilde van bewogenheid! Hij wist wat er met Jeruzalem en de mensen zou gebeuren. Zijn hart, Zijn hele binnenste ging naar hen uit omdat ze niet erkenden wat ze zo nodig hadden: Zijn vrede, Jezus zelf. Zo zag Hij ook eerder de schare, moe, kwetsbaar en zonder innerlijke vrede.

In de kerk/gemeente gebruiken we ook vaak het woord herder. De gemeente als kudde met een herder sluit aan bij het beeld dat Jezus hier schetst. Maar het wordt ook door Paulus gebruikt als één van de vijf bedieningen. De vijf bedieningen die allemaal iets van Jezus laten zien. En in de bediening van herder vinden we dan zorgzaamheid, overzicht en leiding door het toepassen van wat de Bijbel zegt en de gemeente daarin voor te gaan. Herderschap over een gemeente is een dagtaak omdat het een zorgtaak en een voorleeftaak is.

Een herder wordt geaccepteerd als herder wanneer het zorgt voor de kudde. En daarbij hoort bewogenheid. En zoals we bij Jezus zien heeft dat met ontferming en kwetsbaarheid te maken. Gezag dat uit is op macht, leiderschap dat zich door gezag wil laten gelden mist innerlijke bewogenheid en kwetsbaarheid.

Jezus huilde toen Hij de menigte zag. Hij zag hun eenzaamheid, hun pijn, hun verdriet en Hij wist wat ze nodig hadden: dienstbaar leiderschap. Zorgzaam leiderschap – in alle breedte – om hen te geven wat ze nodig hadden om heel te worden, om in vrede te kunnen leven. Om energie te hebben en zodoende tot hun roeping te kunnen komen.

De Bijbel zegt in Ezechiël 36:26: ‘Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.’

Herderschap zoals de Bijbel dat bedoelt kunnen we alleen leren van Jezus. Hij geeft ons daartoe een nieuw hart en een nieuwe geest. Een hart van vlees. Een zacht hart dus. En dat moeten we leren. Leren om een zacht hart te hebben. Een hart dat huilt met anderen. Een hart dat als het hart van Jezus huilt en een binnenste dat bewogen is zoals Jezus bewogen was.

Een mooi lied dat daar over gaat is van Schrijvers voor gerechtigheid ‘Maak mijn hart onrustig’. Een regel daaruit ‘Stort in ons Uw tranen uit. Mensen worden uitgebuit, weggeschopt en opgesloten. Zegen hen als wij hen troosten. Stort in ons Uw tranen uit.’

Herderschap betekent een hart waarin Gods tranen uitgestort zijn.

Schrijvers voor gerechtigheid