Al ga ik door een donker dal

Week 79, vrijdag

Psalm 23, De HEERE is mijn Herder
‘1 Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets.
2 Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. 3 Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. 4 Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood*, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. 5 U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. 6 Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen.’

*Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar. NBV

Psalm 131, Kinderlijk vertrouwen
‘1 Een pelgrimslied, van David. HEERE, mijn hart is niet hoogmoedig,
mijn ogen zijn niet trots, ook wandel ik niet in dingen die te groot en te wonderlijk voor mij zijn. 2 Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust
en tot stilte gebracht, als een kind dat de borst ontwend is, bij zijn moeder, mijn ziel is in mij als een kind dat de borst ontwend is. 3 Israël, hoop op de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid.’

Johannes 14:6a
‘Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’

Mattheus 28:20
‘En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.’

ONBEVANGEN ZIJN

Een mooi woord: onbevangen. Maar wat betekent het? Ik vond de volgende 15 woorden die onbevangenheid uitleggen:
1) Bloedjong 2) Kinderlijk 3) Naïef 4) Niet geremd doordat je weet wat er komt 5) Onpartijdig 6) Ongedwee 7) Ongedwongen 8) Onbevooroordeeld 9) Onbeschroomd 10) Objectief 11) Vrij 12) Vrijmoedig 13) Zonder scrupules 14) Zonder schroom 15) Zonder vooroordeel

Als ik zo die omschrijving lees dan komen er twee andere woorden in mij naar boven: vrij en vertrouwen. Dat sluit wel weer goed aan bij jong, kinderlijk en naïef. En daarmee vinden we de aansluiting bij psalm 23 en psalm 131. Want daar gaat het beslist over vertrouwen op een kinderlijke manier.

Gisteren sloot ik de overdenking af met de uitvoering van psalm 23 van ‘Psalmen voor Nu’. Hieronder de tekst van die uitvoering:

De HEER is mijn herder, en ik zal zijn schaap zijn
tevreden en veilig, want hij zorgt voor alles;
hij weet waar het gras groeit, en hij laat me slapen
aan rimpelloos water. Daar kom ik tot rust.

Ik durf hem te volgen: de paden zijn veilig
zoals hij beloofd heeft, omdat hij de weg weet.

Hoe diep en hoe donker het dal is, u redt mij;
Uw herdersstaf troost mij. Ik ben niet alleen.

Ik zit aan uw tafel, persoonlijk genodigd;
ik zie voor het raam de jaloerse gezichten,
terwijl u mijn glas vult, mijn lichaam verzorgt met
veel meer dan ik ooit had gehoopt of verwacht.

Met mij zal het goed gaan. Zolang ik zal leven
wilt u van uw heerlijke liefde mij geven
en altijd een plek met uw rust in mijn wereld,
omdat ik uw huis weet te vinden, mijn HEER.

Het mooie van de tekst zoals die vertaald is, is dat er gesproken wordt over een keuze: ‘En ik zál zijn schaap zijn’. Hieruit spreekt een bewuste keuze: ik zál. ‘Ik vertrouw mijzelf toe aan de herder’. En als je dat doet, die keuze maakt, dan weet je dat je tevreden kunt zijn en veilig bent.

Je bent dus veilig, wanneer jij de keuze maakt om je toe te vertrouwen als schaap aan de herder. Als een beest dat geen kaken en geen klauwen heeft om zich te verdedigen. Geen vleugels om mee weg te vliegen of te slaan. Gewoon als een schaap dat geleid moet worden omdat het anders om komt van honger en dorst en niet voor zichzelf kan opkomen.

Bij die keuze om voor je te laten zorgen als een schaap, hoort dus de keuze dat je de herder voor je laat zorgen. Dat je op hem vertrouwt als degene die je verdedigt, als degene die zorgt dat je genoeg hebt, die je geneest en leidt. Je stopt met te piekeren en je zorgen te maken omdat je weet als schaap dat de herder voor je zorgt. Dat vraagt dus om vertrouwen, en dat geeft gelijk vrijheid. Jij kunt gaan waar je maar wilt, zolang je maar de herder in het oog houdt en hem voor je laat zorgen.

Zo is het ook met kleine kinderen. Zolang ze weten dat ouders in de buurt zijn durven ze van alles. Ze verkennen hun omgeving, maar zorgen er wel voor dat ze pappa of mamma in het vizier houden. Want dat betekent veiligheid.

Het is als psalm 131 waarin David begint met uit te spreken dat hij niet trots en arrogant is. Dat hij geen dingen zoekt of wil die hij toch niet kan bevatten. ‘Wees maar gewoon een schaap dat zich laat leiden. Wees maar als een kind dat zijn hand legt in die van zijn vader of moeder.’

David voelt zich als een klein kind. Een kind dat gegeten en gedronken heeft en daarmee tot rust is gebracht. Meer vraagt hij niet. Eigenlijk zegt hij dat het genoeg is wanneer hij dagelijkse zorg heeft. Wanneer er voor hem gezorgd wordt. Dat het goed is dat hij leiding ontvangt van iemand die het beter weet dan hij. En hij sluit de psalm af met de woorden: ‘Israël, hoop de Here, van nu aan tot in eeuwigheid.’

Wat hij daar eigenlijk zegt is dat hij zijn volk – en zichzelf – aanspoort het oog gericht te houden op God, alle dagen van je leven, tot in de eeuwigheid. Blijf dus altijd je blik gericht houden op God. Want daarmee ontvang je zorg en rust.

Wanneer je je vol kinderlijke overgave toe vertrouwt aan De Herder, weet je zeker dat je rust en vrede ontvangt: je valt niet uit Zijn hand.

Psalmen van Nu, psalm 16 ‘Ik val niet uit Zijn hand’