Onder de granaatappelboom, kom in beweging!

Week 68, woensdag

1 Samuel 14: 1-2
‘Op een dag gebeurde het dat Jonathan, de zoon van Saul, tegen de knecht die zijn wapens droeg, zei: Kom, laten wij naar de wachtpost van de Filistijnen oversteken, die zich aan de overkant bevindt. Maar hij vertelde het niet aan zijn vader. 2 Saul nu verbleef aan de rand van Gibea, onder de granaatappelboom die in Migron was, en het volk dat bij hem was, bestond uit ongeveer zeshonderd man.’

1 Samuel 16:1-3
‘Toen zei de HEERE tegen Samuel: Hoelang rouwt u om Saul, die Ík immers verworpen heb, zodat hij geen koning over Israël meer zal zijn? Vul uw hoorn met olie, en ga op weg; Ik zend u naar Isaï, de Bethlehemiet, want Ik heb een koning voor Mij gezien onder zijn zonen. 2 Maar Samuel zei: Hoe kan ik daarheen gaan? Saul zal het horen en mij doden. Toen zei de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u mee en zeg: Ik ben gekomen om de HEERE een offer te brengen. 3 Dan moet u Isaï voor het offer uitnodigen en zal Ik u te kennen geven wat u doen moet: u moet voor Mij zalven die Ik u zeggen zal.’

Jesaja 43:18,19
‘Denk niet aan de dingen van vroeger, let niet op de dingen van het verleden.19 Zie, Ik maak iets nieuws. Nu zal het ontkiemen. Zult u dat niet weten?’

HOE KOM JIJ IN BEWEGING?

Gisteren ging het over zitten. Zitten onder een granaatappelboom. Uitgeblust omdat je misschien op een bepaald vlak bent teleurgesteld, je minder kreeg dan je wilde en je bent wellicht ‘onvruchtbaar’ geworden op een bepaald gebied. Je kunt zitten als slachtoffer en blijven zitten.

Als je iets ergs is overkomen, dan bén je slachtoffer. Dan moet je het feit dat je slachtoffer bent serieus nemen en daar mee aan de slag gaan. Je huilt, praat, verwerkt en je gaat verder. Als het goed is tenminste. Ik heb Martin Koornstra ooit eens horen zeggen: ‘sla je tent op bij je steen van verdriet, maar ga er niet kamperen’. Met andere woorden: verdriet moet je serieus nemen, er stil bij blijven staan, maar het mag je niet verhinderen om verder te reizen.

Een buitengewoon goed boek wat gaat over verdriet en de plek die het mag innemen op weg naar herstel is een boek geschreven door Henri Nouwen en heet ‘Bevrijd je verdriet’. God wuift ons verdriet niet weg. Hij zegt niet dat we altijd maar blij moeten zijn omdat we de vreugde van God kennen. God zegt dat Hij onze tranen opvangt en met ons mee lijdt. Maar Hij wil ook onze tranen van pijn ombuigen in tranen van vreugde. Dat is een proces, en dat is niet eenvoudig, maar wel mogelijk.

Hoe we uiteindelijk omgaan met pijn en verdriet in ons leven heeft te maken met keuzes. Een belangrijke vraag hierin is, waar kies je voor? Herstel of pijn. Wanneer je kiest voor herstel, voor leven, kies er dan voor om Gods licht over je pijn te laten schijnen. En dat kan wanneer je je verdriet naar buiten brengt. Spreek er over met een goede vriend of vriendin. Maar vooral eerst: bespreek het met God. Hij begrijpt jou als geen ander. Stort je tranen uit voor het aangezicht van de Heer. Praat er daarna eventueel over met iemand die van je houdt en die met je bidt. Die je serieus neemt en je verdriet niet wegwuift of direct met oplossingen komt. Pijn kan soms door een flinke huilbui afgevoerd worden uit je binnenste, maar de napijn sijpelt vaak langzaam weg en dán moet de wond nog helen. Dat kost allemaal tijd. Neem die tijd. Zorg dat je ziel geneest. Want als je je ziel en de pijn in je ziel niet serieus neemt dan gaat je lichaam daarop reageren. Ik hoorde onlangs dat 80% van de mensen die met lichamelijke klachten naar een fysiotherapeut gaan, daar belanden omdat hun ziel ‘ziek’ is. En niet in de eerste plaats hun lijf!

De eerste keuze is echter de keuze om op te staan. Om tegen je ziel te spreken: ‘blijf niet langer zitten onder de granaatappelboom, maar sta op, want de toekomst met Gods beloften ligt nog voor je. Die toekomst is misschien anders dan je dacht, maar God is dezelfde, Hij gaat met je mee, en Hij heeft nog steeds een plan’. Opstaan heeft dus te maken met verlangen. Verlangen naar een leven na je pijn.

Een mooie tekst uit de Bijbel die spreekt over opstaan is de tekst uit Jesaja 60:1-5 ‘Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. 2 Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden’.

Ik vind het heerlijke van deze tekst dat het ons ook aanspreekt op onze zintuigen. Ging het vorige week over ‘horen’, horen met de oren van je hart, gaat het hier over ‘zien’. Zien met de ogen van je hart.

En dat zien gaat in combinatie met opstaan. Voor mij staat hier dat we moeten gaan staan en naar God kijken. Zijn ‘aangezicht’ zoeken, ons naar Hem toekeren dus. Dat verklaar ik doordat er staat ‘wordt verlicht’. We worden alleen maar ‘verlicht’ door het licht, de glans van Gods gezicht over ons te laten schijnen. Dat kom je tegen in de priesterlijke zegen uit Numeri 6:
De priesterlijke zegen
22 En de HEERE sprak tot Mozes:
23 Spreek tot Aäron en zijn zonen en zeg: Zo moet u de Israëlieten zegenen, door tegen hen te zeggen:
24 De HEERE zegene u
en behoede u!
25 De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig!
26 De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u
en geve u vrede!
27 Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen.

God staat als het ware te popelen om ons met Zijn licht te beschijnen. Maar ga jij staan en keer jij je gezicht naar Hem, of kijk jij naar de pijn, naar je ellende en verdriet? Gods licht gaat over jou schijnen en daarmee in jouw hart wanneer je gaat staan, naar Hem kijkt en Zijn licht en liefde ontvangt. Open de vensters van je hart. Open de ogen van je hart en laat Gods licht schijnen op die donkere plekken met pijn en verdriet. Zodat ze als het ware kunnen oplossen in de liefde van God.

Dan staat er verder in Jesaja dat met het licht dat opgaat in je hart, door Gods licht, Zijn heerlijkheid zichtbaar wordt in en over jou. Als je de tekst verder leest zul je ook de rijkdom zien die de heerlijkheid inhoudt. (vers 4 en verder). Ook daar wordt specifiek het ‘zien’ genoemd. Zien met de ogen van je hart. Met een verlangend hart, met een hart dat vertrouwt in alle onbevangenheid dat er in die heerlijkheid veel van God voor jou zal liggen. Wat en hoe dat ook zal zijn.

Verlang jij naar de heerlijkheid van God die over jou mag opgaan? Ga dan staan. Ontdek hoe jij in beweging komt. Ontdek wat jou helpt om te gaan staan. Misschien heb je mensen nodig die je overeind moeten helpen. Misschien heb je tijd van stilte en rust nodig. Ontdek het, maar zorg dat je onder de granaatappelboom vandaan komt wanneer je verlangt naar het licht en de heerlijkheid van God!

En voor hen die anderen helpen op te staan: leg de naam van God op de ‘hulpvrager’. Want in die naam ligt zegen, liefde en vrede.

Opwekking 733 ‘Tienduizend redenen’